Week 2: Manali - Pangong Tso - Reisverslag uit Manali, India van Marlieke Bruntink - WaarBenJij.nu Week 2: Manali - Pangong Tso - Reisverslag uit Manali, India van Marlieke Bruntink - WaarBenJij.nu

Week 2: Manali - Pangong Tso

Blijf op de hoogte en volg Marlieke

17 September 2017 | India, Manali

Maandag 11 september (Manali – Keylong, 126 km) (Thee: Rohtang pas, Lunch: Khoksar)
Vanuit Manali rijden we naar de Rohtang pas. Goed wegdek, heerlijk slingerende weggetjes (lekker swingen met Eefje!) en adembenemend uitzicht. Maar natuurlijk niet voordat aan het begin van de pas onze permits uitgebreid gecheckt zijn. Daarna op de pas bij elke haarspeldbocht nog prachtiger uitzicht. Ik begrijp nu waarom ze de Himalaya een majestueus gebergte noemen, want het is zo’n overweldigend gevoel.
Bovenop de pas (3980m) krijgen we heerlijk warme chai. Dat is maar goed ook, want er staat hier een behoorlijk koud windje. Er hangen hier, zoals gebruikelijk, hele waslijnen met gebedsvlaggetjes. En natuurlijk wil iedereen op de foto met de markeersteen. Daarbij worden we ook meerdere keren gevraagd of mensen met ons op de foto mogen. Lange, blanke mensen zijn een attractie op zich en in de afgelopen dagen sta ik al ik weet niet hoeveel (niet zo onopvallend genomen) selfies. Waarvan ik er een ook een paar ge-photobomb-d heb. Daarna durfden de (meestal) jongens wel heel verlegen te vragen of ik met ze op de foto wilde. Erg grappig.
De Rohtang pas is recent geasfalteerd en aan de andere kant bij de afdeling is nog een deel niet af. Dus daar komen we hotseklotsend langs vele wegwerkzaamheden tot we uitkomen in Khoksar. Daar worden wederom de permits gecontroleerd terwijl wij een lekkere lunch voorgeschoteld krijgen in een “camp”. Er wordt hier blijkbaar veel gekampeerd, want er staan een stuk of 16 tenten klaar. En twee hogere tentjes (vergelijkbaar met van die stoffen-dichtrits-kledingkasten) doen dienst als wc; met zittoilet! De schoonste die we tot nu toe tegen zijn gekomen.
In de middag tanken we bij het voorlopig laatste tankstation: “Next filling station 365km”. Dus er worden ook grote containers gevuld met benzine, zo’n 300 liter, zodat we de eerste volgende rijdagen nog vooruit kunnen.
Zo’n 3km voor ons eindpunt (Keylong, we zien het al liggen) blijkt de band van Becky lek. Het reservewiel blijkt alleen niet op zijn motor te passen, dus wordt de motor (nog best wel midden op de weg) tijdelijk achtergelaten, zodat we nu naar het hotel kunnen en de monteur eerst de band kan plakken en later de motor weer op zal halen.
We komen al vroeg aan in Keylong (3100m), rond 15u. Hier zullen we morgen een rustdag hebben, om te acclimatiseren. Dat betekent dus ook dat we hier de tijd hebben om wat spullen te wassen. En dat is voor sommige dingen geen overbodige luxe ;-).

Dinsdag 12 september (Keylong)
Rustdag in Keylong. Om te acclimatiseren. Op deze “rustdag” beginnen we na het ontbijt met een stevige wandeling naar het klooster boven het dorp. De rest van de groep gaat met de taxi, maar Ed, Marja, pap en ik vinden dat we die 3,5km en 500 hoogtemeters prima lopend af kunnen.
Op deze hoogte valt dat toch al een best tegen. Horizontaal of naar beneden lopen geeft bij mij eigenlijk geen problemen. Maar zodra het maar een beetje omhoog gaat dan merk ik dat ik meer adem nodig heb dan op zeeniveau. Aangezien we niet over de weg gaan (lange route), maar via de short cut die uit trappetjes en steile bergpaadjes bestaat, kan je je voorstellen dat ik in korte tijd lichtelijk loop te hijgen. Onderweg raken we de short cut kwijt en lopen een stuk over de weg. Gelukkig zijn ook hier de mensen heel vriendelijk, dus wijzen ze ons graag de weg. Of die altijd klopt is overigens twijfelachtig, want uit beleefdheid of uit onbegrip antwoorden ze overal “ja” op… Maar via stukken over de weg en onze eigen shortcuts tussen akkertjes en struiken door komen we onder luid gejuich van de rest van de groep bij het klooster aan.
Deze Shashur Gompa is een Boeddhistisch klooster, waar we door een monnik worden rondgeleid. We mogen zelfs in de heilige ruimte, de originele gompa, komen. Prachtig versierd met muurschilderingen, beelden van Boeddha versierd met prachtige doeken en een heilige stoel (waar alleen een lama = heilige man = soort gevorderde monnik, op mag zitten). De originele gompa is gebouwd in 17 na Christus en is inmiddels uitgebreid. Er staat een modernere, recent gerenoveerd klooster omheen, waarin nog een prachtige kamer staat, van die draaiende gebedsmolentjes en fantastisch uitzicht over de vallei! Er wonen hier 7 lama’s en elke 3 jaar wordt er een andere hoofdlama aangewezen door een comité van lama’s van het district. Van die hoofd lama hangen er in het stadje ook foto’s ter verering. De tocht naar beneden gaat gelukkig een stuk voorspoediger (via het officiële voetpad van het klooster naar het dorp, de bedoelde short cut) en we komen vlak na de taxi-groep weer terug bij het hotel.
Daarna overvalt de vermoeidheid mij en het powernapje van bijna 2u doet me nog niet echt herleven. Dus na de lunch doen pap en ik nog even rustig aan en lezen wat op ons zonnige balkon. Eind van de middag lopen we nog even het stadje in om wat boodschapjes te doen. Het bestaat vooral uit 1 lange slingerende straat met aan beide zijden allerlei winkeltjes. Het lijkt wel een grote garage verkoop / bazaar. Met allerlei (voor hier) nutteloze spullen. Maar ook best mooi schoenen (All Stars, sneakers van Adidas en Puma) voor mooie prijsjes. En hier scoren we ook “biker flags”, een waslijntje met kleine gebedsvlaggetjes die we tussen de spiegels van onze motoren kunnen spannen. Hoort er natuurlijk wel bij!

Woensdag 13 september (Keylong – Sarchu, 106 km) (Thee: Zinzibar, Lunch: geen idee, the middle of nowhere)
We laten het groen achter ons. Vanaf nu is het roestbruin, ruig, met rotsen, zand en stof. We rijden over slingerende en uitgestrekte wegen door wijds landschap omsloten door prachtige kale bergen. Het asfalt is grotendeels gloedje nieuw en ook vandaag zien we op veel tussenstukken heel veel mensen aan het werk. Sommige met arbo-verantwoorde werkschoenen, maar ik zie ook mannen op het hete verse asfalt lopen met slippertjes aan.
Heel bijzonder om door dit niemandsland te rijden op heerlijk brede wegen. Maar helaas is het nooit helemaal desolaat, want er rijden altijd wel weer ergens vrachtwagens en we zien ook veel andere motorrijders. Ergens in de middle of nowhere duiken dan ineens camps op of tentjes waar je chai en eten kunt krijgen. Deze mensen verblijven elk jaar zo’n 4 maanden hierboven op de bergen en kunnen in de meest sobere keukentje de lekkerste maaltjes op tafel toveren. Met de lunch krijgen we zelfs een lunchpakketje. Een kartonnen doosje met een sandwich, banaan, gekookt eitje, gekookte aardappel, een soort KitKat en een pakje koekjes. Ook een kommetje soep en natuurlijk chai. Daarna even lekker in het zonnetje zitten.
Het is best mooi weer. Het wordt wel kouder, maar nu ik in motorpak rij met een extra vest (eerder in m’n kevlar spijkerbroek) zijn de winterhandschoenen nog niet nodig.
Onze slaapplaats vannacht is een camp (4290m) in de hoek van zo’n uitgestrekte vlakte. Grote tenten met twee houten bedden met heerlijk dikke dekbedden. Achterin zit een klein badcelletje met een wc en een wastafeltje. En we eten in een schafttent. ’s Avonds koelt het wel flink af, dus iedereen gaat snel onder de wol. Er wordt zelfs een heerlijk comfortabele kruik gebracht!

Donderdag 14 september (Sarchu – Tso Kar, 156 km) (Thee: Mid Highway, Lunch: Pang)
Dit is niet mijn dag.
Ik voel me zacht gezegd belabberd. Niet dat ik hoogteziekte heb, maar ik ben stront verkouden. Al zal de hoogte ook niet helpen. Knallende hoofdpijn, gierende keelpijn en een loopneus. Ook niet al te best geslapen.
De route vandaag is bij vlagen zo ontiegelijk mooi met prachtige rotspartijen en fantastische vergezichten. Ik zou op die stukken wel om de 100m stil kunnen gaan staan om een foto te nemen. Adembenemend!
De hoogste pas vandaag, Lachlun La, is 5053m en daar voel ik me zowaar juist wat beter. Al is het erg koud en ben ik de snijdende wind inmiddels goed zat. De route tussen al die mooi stukken is echt niet lelijk hoor, maar het kan me vandaag wel even gestolen worden. Ik wil gewoon op de bestemming zijn en in bed liggen…
Het laatste stuk gaat langs meerdere legerbasissen. Het is nog goed te zien dat de (angst voor) onrust met buurlanden Pakistan en China nog duidelijk aanwezig is.
Eindelijk is dan in de verte het zoutmeer Tso Kar te zien (4530m). We moeten er helemaal omheen om bij ons guesthouse te komen. Een paar simpele gebouwtjes met eenvoudige badkamers en harde bedden. Zoals we inmiddels wel gewend zijn.
Zodra ik mijn pak uittrek sta ik te rillen en klappertanden. Gelukkig ligt er wel weer een heel dik dekbed klaar, waar ik snel onderduik. En jawel, zoals ik al verwachtte: temp 38 graden Celsius. Dat is mooi balen.
Het diner wordt verzorgd door de Nepalese kookploeg die ons de komende 3 dagen zal vergezellen. Het is heerlijk: vooraf popcorn, daarna aardappel, kippenpoten, sla en spinazie (alles wel gefrituurd). Natuurlijk ook de bekende rijst, dahl en gebakken groenten. Maar fijn om weer eens wat anders te eten.
En oh, ik hoor net dat we inmiddels meer dan 1000km hebben.

Vrijdag 15 september (Tso Kar – Stok, 154 km) (Thee: Tanglang La pas, Lunch: Upshi)
Ellendige dag nr. 2. Slecht geslapen. Vandaag geen gezellig verslag, want er dringt maar weinig tot me door. Het begint met de op-een-na-hoogste pas van de trip, Tanglang La (5300m). Snijdende wind. Bovenop is het haast niet toeven, maar toch staat er een tentje waarvan je niet kunt geloven dat die nog niet is weggewaaid. Maar gelukkig is er warme thee.
De rest van de dag gaat aan me voorbij. Er wordt op een gegeven moment tegen me gezegd “door een mooi dal reden we net he?”. Ik knik, ik heb het wel gezien, maar het is niet tot me doorgedrongen. Het doel is de bestemming bereiken en m’n bed weer in, dus ik rij door en slaag erin om aan te komen. Pap voelt zich inmiddels net zo beroerd als ik. Stelletje kneusjes zijn we zo samen.
Om af te sluiten met een positieve noot: de lucht is hier zo waanzinnig blauw!

Zaterdag 16 september (Stok – Alchi – Stok, 193 km) (Lunch: Alchi)
Ellendige dag nr. 3. Gelukkig slapen we deze 2 nachten achter elkaar in hetzelfde hotel, dus we hoeven vandaag niet te verkassen. Pap heeft nu z’n beroerdste dag, dus die blijft lekker thuis. Ik voel me weer een beetje beter en besluit in de auto mee te gaan naar de te bezoeken kloosters.
Nu denk ik eigenlijk dat op deze wegen de auto niet per se comfortabeler is, maar nu hoef ik in ieder geval niet zelf te denken en kan ik tussendoor een beetje dommelen.
Het eerste klooster in Alchi is echt Indiaas: oud (gebouwd in de 11e eeuw), stoffig en slecht onderhouden. Verschrikkelijk kitsch (lees: lelijk) en chaotisch beschilderd en ingericht. De 3 Boeddha’s binnen zijn zo groot, dat je hoofden niet eens meer kunt zien, omdat er een steunbalk voor staat. Deze grootte lijkt mij dus weinig toevoegen. Buiten een heel pad aan toeristische kraampjes, waar ze de mooiste dingen verkopen.
Het tweede klooster is een stuk nieuwer, minder vol ingericht en netjes onderhouden. Buiten staat een gigantische gouden Boeddha van zo’n 10m hoog.
In de auto heb ik nog een paar (vanwege de taalbarrière: moeizame) gesprekken met de chauff, de monteur en de gids van vandaag:
Unchok, de chauffeur, is 48 jaar, heeft 2 kinderen (een is techneut en de ander student). Ferroz/Mouna, de monteur, is 45 jaar en volgens de andere twee te oud om te trouwen (er wordt hartelijk gelachen). De gids is 23, heeft een bachelor biologie behaald en doet nu een master Zoölogie. We snappen niet zo goed waarom de beste jongen mee is, aangezien hij geen woord verteld over de kloosters. Becky legt in ieder geval meer uit dan hij.
Ik leer vandaag dat school een keuze is van de ouders. Private schools moeten uiteraard betaald worden, maar public schools zijn gratis. Meestal moet dan wel het schooluniform betaald worden, maar echt arme gezinnen krijgen daar subsidie voor. Onderwijs wordt erg gestimuleerd door de overheid, maar toch zijn er nog veel kinderen die niet naar school gaan en de ouders in en om het huis helpen. Er is geen militaire dienstplicht, maar veel mensen gaan vrijwillig bij het leger, aangezien het je een bepaalde status geeft. Er is 1 leger voor India, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende religies. In principe mag iedereen zelf kiezen met wie ze willen trouwen, in sommige gebieden nog wel gearrangeerde huwelijken. Wel is het van belang dat de achtergrond (in veel gevallen dus de oorspronkelijke kaste) overeenkomt.

Zondag 17 september (Stok – Pangong Tso, 170 km) (Thee: Chang La, Lunch: Durbuk)
Jan is vandaag jarig! Maar echt jarig voelt hij zich niet, zo ver van huis. Bovendien staat de pech ‘m nogal in de weg: gister is hij gevallen en nu doet z’n heup zo’n pijn, dat ie niet meer goed kan lopen en ook motorrijden niet meer zo’n goed idee is. Dus hij mag vanaf nu plaatsnemen in de auto. Ferroz (de monteur) helemaal bij, want die mag nu op Jan z’n motor.
We rijden weg uit Stok, tanken op de rand van Leh en bezoeken vervolgens het mooiste klooster dat we hier hebben gezien. Thiksey Gompa. Prachtig op een berg gelegen en het eerste klooster dat ook daadwerkelijk goed onderhouden wordt. Prachtig heldere muurschilderingen, schitterende beelden en natuurlijk een mega Boeddha, die ze hier zowaar op een handige manier hebben verwerkt. In de tempel komen we de hoofdlama tegen. Een vriendelijke, bereisde man, die uitstekend Engels spreekt. Hij heet ons welkom en laat foto’s maken (zonder flits). Dit is een opleidingsklooster, dus we zien hier jongens vanaf 6 jaar (die ons gezegende snoepjes aanbieden) tot monniken die hier al minstens 20 jaar wonen. Allen even vriendelijk en behulpzaam.
Daarna rijden we nog langs Chemrey. Ook daar is een klooster tegen een berg gebouwd. Dat is de locatie waar “Seven Years in Tibet” is opgenomen. Daarna weer een lange weg met prachtige uitzichten, die ons hoger en hoger leidt. Tot we aankomen bij de Chang La pas (5289m).
Vanuit de verte zagen we onheilspellende wolken en we hadden verwacht dat het zou sneeuwen wanneer we boven zouden komen, maar het lijkt wel of overal waar we vandaag komen de hemel boven ons opentrekt. Het is goed toeven op de pas. Gelukkig ontdekken we bij de tempel toch nog wat sneeuw, want dit was toch wel een tegenvaller. Over zeer wisselend asfalt, afgewisseld met gravel roads en zelfs stukken zandweg, dalen we weer af. We lunchen rond de 3500m.
Daarna gaat de reis weer langzaam maar zeker omhoog. Goed asfalt met verraderlijke onderbrekingen houden de rit spannend. En dan hebben we uitzicht op Pangong Tso! Een zoutmeer op ongeveer 4250m hoogte, 150km lang, dat deels in India, maar grotendeels in China ligt. Je begrijpt al dat het leger hier duidelijk aanwezig is. We zouden hier eigenlijk in een tentenkamp slapen, maar de crew heeft enkele dagen geleden geregeld dat we in een sober guesthouse terecht kunnen. Denk aan dunwandige houten bouwketen met een gezellig schaftzaaltje, waarin een eigenhandig in elkaar geknutselde petroleumkachel staat. En satelliet tv! Maar geen internet. Hoewel geen klapperende tentdoeken, het zal vast een koud nachtje gaan worden.

  • 03 Oktober 2017 - 18:05

    Marieke Steenhoek:

    Hi Marlieke! Super leuk om te lezen! Liefs van je buurmeisje ;-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marlieke

Actief sinds 13 Feb. 2011
Verslag gelezen: 640
Totaal aantal bezoekers 26928

Voorgaande reizen:

03 September 2017 - 25 September 2017

Motortour Himalaya

24 November 2014 - 14 December 2014

Nicaragua

14 December 2012 - 27 December 2012

Rondreis Marokko

10 Mei 2011 - 18 Juli 2011

Zuid-Afrika: co-schap chirurgie

06 Februari 2011 - 19 Februari 2011

Oxford

10 December 2009 - 31 Januari 2010

Zuid-Afrika: rondreis + vrijwilligerswerk

Landen bezocht: